Het Maritiem museum in Rotterdam herbergt één van de grootste en meest vooraanstaande collecties in de wereld. Ruim 1 miljoen objecten wachten op onze komst. De collectie vertelt ons het verhaal van zes eeuwen maritieme geschiedenis. Gelukkig leiden twee gedreven gidsen ons langs die veelvoud aan objecten en aan het einde van de middag zijn we bijgeschoold met een stukje Rotterdams historie.
Het is koud en het waait stevig. De koers is richting Rotterdam. De boot is geen optie want die ligt al op de kant. Wat een fijne vereniging hebben we toch. Altijd organiseren zij leuke dingen en dit winterevenement wil ik niet missen. Afmeren in de Leuvehaven is er niet bij dus komen de meeste van ons met de auto. Ik koos voor of de trein. Een enkeling overwoog de watertaxi wat natuurlijk een nog beter passende optie was geweest. Maar de dienstregeling van de watertaxi bleek bij niemand van ons bekend en we hadden te horen gekregen dat we op tijd moeten zijn.
Eenmaal binnen verzamelen de deelnemers van onze verenging zich in de hal van het imposante gebouw. Twee gidsen – Niels en Paul – wachten ons op. Het aantal deelnemers is groot en de groep wordt in tweeën gedeeld zodat de gidsen zich verstaanbaar kunnen maken. Het museum is populair bij gezinnen met kinderen. Het is gezellig druk en vooral lekker warm binnen. De gids leidt ons langs de bezienswaardigheden van het museum waarbij hij het ontstaan en de groei van Rotterdam uitlegt aan de hand van de ontwikkeling in de scheepsbouw en de samenstelling van de bewoners van de groeiende stad.
Wist je dat Rotterdam ergens in de middeleeuwen is ontstaan als een dam in de Rotte? ‘Hoe kom je erop’ denk je misschien, maar als je de kaart bestudeert dan zie je dat de Rotte helemaal niet in het huidige Rotterdam ligt. Toch is die ene dam de start geweest van een ontwikkeling die recent nog heeft geleidt tot het opspuiten van de Tweede Maasvlakte. De gids vertelt over de geschiedenis van de scheepswerven, de ontwikkeling van de handel en de zwarte bladzijden van de geschiedenis waar het de slavenhandel betreft. Modellen van schepen, schilderijen van werven, kaarten en objecten illustreren het verhaal.
Als we alles weten over de stadsontwikkeling wisselen we van gids en gaan we naar buiten. Paul is nu onze gids. Hij is bevlogen van de schepen – of beter de vaartuigen – die buiten liggen en weet alles van de hijskranen, de werktuigen en de scheepsklassen die er te zien zijn. Als we bij een parlevinker staan denk ik vooral aan warme koffie met een koek bij een warme kachel. De wind is aangetrokken en is koud. Als Paul ons mee naar binnen neemt om het inwendige van de graanelevator te bewonderen zijn we vooral blij dat het daar niet waait. De grote stoomketen doet me eraan herinneren vooral ook even reclame te maken voor Dordt in Stoom, het tweejaarlijkse, niet te missen evenement voor de liefhebbers die van de oude techniek houden. Paul adviseert ons terloops nog even om vooral mee te blijven spelen met de verschillende loterijen. “Jij wint af en toe een gevulde koek, het museum draait grotendeels op de sponsering van de loterijen. Vooral blijven spelen” zegt hij enthousiast.
Even na vier uur vinden de deelnemers van beide groepen elkaar weer in het Museum Café. Koffie, thee of een biertje, even bijpraten en dan zit het er weer op. Hulde aan de evenementencommissie die weer een interessante locatie heeft gevonden voor het laatste evenement van het jaar. Op naar de oliebollen.