DATCHA in Noorwegen, zomer 2023

Geplaatst op 30-08-2023  -  Categorie: Verslagen  -  Auteur: RenĂ© Dubbeldam, SY DATCHA

DATCHA in Noorwegen, zomer 2023 (René Dubbeldam, SY DATCHA)

Van 7 juni tot 19 augustus werd DATCHA (Hallberg Rassy 39) ingezet voor een geweldige Noorwegentrip.

In totaal legde de boot zo’n 2000 zeemijlen af en hebben in totaal 12 mensen genoten van de boot, als schippers en/of opstappers. Ontelbare havens, steigers, en (anker)kommetjes werden bereikt. Ja, Noorwegen is een heel eind weg (!); maar als de lange en soms stevige overtocht is afgelegd kom je wel in een heel andere wereld terecht met veel verrassingen… Graag vertellen we onze WSV Noordschans medeleden wat hoogtepunten van onze reis.

datcha-01

Van thuishaven Strijensas naar Den Helder.

Op 7 juni vertrok René met zwager Theo en vriend Jarl vanuit Strijensas richting Den Helder. Binnendoor bereikten we de Maasmond, waar we meteen een fikse Noordelijke wind op de kop kregen. Moeizaam kruisend kwamen we aan in Scheveningen, waar de havenmeester ons behulpzaam was bij het geven van een plekje – eigenlijk was de haven voor passanten al gesloten vanwege de geplande aankomst van de Volvo Ocean Race.

De volgende dag was IJmuiden het doel. Onderweg bleek er een scheur te zitten in het achterlijk van het grootzeil; dat konden we laten repareren bij een zeilmaker in IJmuiden haven. Deze gaf ook het advies om al die verticale latten uit het (rol)zeil te halen zodat het inrollen wat soepeler zou verlopen… Dat bleek achteraf een heel slecht advies, want op Marker- en IJsselmeer (we gingen op die manier naar Den Helder, vanwege de harde Noordelijke wind) liep het grootzeil meerdere malen vast in de mast…

 

Erg lastig om zo’n ‘jam’ er op het klotsende water uit te wurmen. Vrijdagavond laat werd overnacht in het kleine haventje van Den Oever en zaterdag voeren we op de fok (want het grootzeil wilden we niet meer uitrollen zonder latten) in een prachtig zonnetje over het wad, om aan de komen in Den Helder. Daar wisselde de crew: Theo en Jarl stapten af, en Anneke, vriendin Regien, en good-old zeilmaat Johan Bodar stapten op.

Oversteek Den Helder – Egersund.

datcha-02Nadat de zeillatten weer waren geplaatst in het grootzeil werd de oversteek naar Noorwegen gestart. Zoals al bijna continu in het voorjaar het geval was bleek de wind nog steeds Noordelijk te zijn. De vraag was dus of Noorwegen bezeild was. Dat bleek het geval; steeds kon aan de wind worden gevaren.

Na het verlaten van de kust van Texel werd aanvankelijk gekoerst op Tananger/Stavanger. Hoewel de zee bij vlagen behoorlijk hobbelig was bleek de overtocht prima te doen. Regien – ervaren zeiler met veel zeemijlen in de benen - was de eerste dag geveld door zeeziekte maar knapte daarna weer snel op. (Zeeziekte, aap onder de ziekten – iedereen kan het overkomen… het zal later nog terugkomen). Boven de shipping lane bij de Wadden is die Noordzee ineens behoorlijk groot en ‘leeg’! (afgezien van de velepicture-3 booreilanden). De wind viel weg en het werd saais.

Daarom was het des te leuker om dolfijntjes te ontmoeten die vrolijk om het schip heen zwommen en sprongen. 

 

Om niet in de nacht aan te komen in Tananger verlegden we de koers een beetje Oostwaarts, naar Egersund, een kustplaatsje tussen Stavanger en Kristiansand. Onderweg werden ook wat werkjes aan dek gedaan.

picture-4

 

Regien egaliseerde het gehele dek door met ons ‘Mozartmes’ overtollig rubber in het teakdek te verwijderen. Johan hielp met het verzetten van de giek-neerhouder zodat de giek wat beter kon worden doorgehaald; daarmee kon het achterlijk van het grootzeil beter gezet worden.

 

Na een kleine 3 dagen kwamen we vanuit Den Helder in Egersund aan, om daar in het haventje aan te meren naast een grote Hollandse (…) catamaran uit … Harderwijk... (die we op onze reis in Noorwegen nog enkele malen tegenkwamen – de wereld is soms klein). In het bescheiden plaatsje trakteerden we ons op een biertje en kibbeling – andere horeca was gesloten.   

Vanuit Egersund Noorwegen in.

picture-5Door de snelle overtocht kon Johan gelukkig nog enkele dagen meevaren om een stukje Noorwegen mee te maken. Egersund verlieten we via een ‘sund’ en zagen meteen al een prachtig stukje Noorwegen, met karakteristieke menie-kleurige huizen, houten steigers en boothuisjes (een ‘sund’ is een doorgaande zeearm; een ‘fjord’ is een doodlopende zeearm – Noorwegen is vol van fjorden en sunds). Langs de kust koersten we op Stavanger en gingen daar meteen verder het achterland in. Uiteindelijk ontdekten we een eilandje met een kleine aanlegplaats met steiger – ideale plaats om te picknicken.  

picture-6Daarna deden we de Lysefjord aan:  een lange smalle fjord, met hoge donkere bergwanden van over 900 meter aan weerszijden, hier en daar met sneeuw bedekt. Een bezienswaardigheid is daar de ‘Preekstoel’ – een plat plateau hoog uitstekend oven de fjord en een toeristische bezienswaardigheid. Bij het aanleggen werden we plotseling overvallen door een heftige bui – een sterke wind blies door                                           het fjord en stond dwars op DATCHA – we lagen aan een steiger met het hek aan een drijvende boei. Johan was goud waard en sprong behendig op de steiger om de boot zo goed mogelijk te borgen. Smallere fjorden  - eigenlijk zijn het windtunnels - zijn berucht om dit soort onverwachte weerfenomenen.

picture-7

 

 

 

 

 

 

Toch even schrikken!

picture-8

Na nog enkele aanlegplekjes zetten we uiteindelijk Johan af in Stavanger. Maar eerst bezochten we daar het ‘oliemuseum’ gelegen aan één van de stadshavens. Daar werd ons nog eens duidelijk hoezeer Noorwegen veranderde nadat in 1969 olie werd gevonden. Een arm, geïsoleerd land, vol met afgelegen eilanden, transformeerde razendsnel in een moderne, rijke natie. Doordat de olie-inkomsten op een verstandige manier werden beheerd konden grote investeringen plaatsvinden in infrastructuur, zodat nu vele eilanden met elkaar zijn verbonden met bruggen en snelle ferry’s. Het bestaande oliefonds is van levensbelang voor de Noorse economie: de rente ervan wordt gebruikt voor lopende uitgaven, maar het fonds zelf blijft intact voor toekomstige investeringen. Voor de goede orde: de Noren laten niet na op politiek-correcte wijze de nadelen te laten zien van oliewinning (en van andere zaken, zoals grootschalige viskwekerij) voor de ecologie – maar ze gaan er ondertussen wél mee door. Enfin... Stavanger bleek een leuke stad, met gezellige terrasjes aan het water (later werd ons duidelijk dat Noorwegen niet een land van terrasjes is..).

Regien bleef nog enkele dagen meezeilen richting Haugesund en nam op één van onze stopplaatsen de bus richting Stavanger om daar terug te reizen naar NL (ze vloog niet maar nam uit weloverwogen klimaatovertuiging trein, bus en boot: die reis is helaas wel erg lang).

picture-9In Haugesund (havenstad tussen Stavanger en Bergen) stapte broer/zwager Jan op, en werd de weg vervolgd richting Bergen.  Het vinden van mooie haventjes was overigens erg eenvoudig: we beschikten over twee mooie gidsen. Vooral de paarse gids was bijzonder vernuftig: handige gemarkeerde kaartjes en simultane luchtfoto’s met gemarkeerde aanlegplaatsen en ook een Engelse vertaling te downloaden via de ‘Harbourguide’ app. Uiteraard deed de plotter met de Navionics kaart de rest. Met een andere app – ‘GoMarina’ – wordt voor meerdere havens het havengeld voldaan. Overigens zijn veel dingen in Noorwegen vrij prijzig, maar de havens zijn goedkoop in vergelijking met Nederland. In kleine haventjes wordt vaak betaald met cashgeld wat in een envelop in een brievenbus wordt gestopt. Dat gaat in goed vertrouwen en er wordt niet of nauwelijks gesjoemeld. Dat gaf een goed gevoel. Behalve in Sandnes (waar we de boot achterlieten voor zoonlief – zie hieronder) kwamen we geen havenmeesters tegen… Navigeren in Noorwegen gaat probleemloos. Overal staan lichtbakens (witte opbouwtjes met een karakteristiek oranje dak), rood/groene bakens (in vlagvorm, even wennen), en ouderwetse zwart-witte bakens (foto) waarnaast steeds meer een lichtopstand werd geplaatst.

Richting Bergen liepen we nogmaals pech op ?– weer met het rolzeil. Dat ‘jamde’ nog eens waardoor een blok en stopper kapot vlogen (mede-oorzaak: iets te enthousiast gebruik van de oersterke elektrische lier – dus oppassen daarmee bij weerstand, maar dat hoort de bezitter van een elektrische lier wel te weten…). Geholpen door een medezeiler en later door een bedrijf nabij Bergen kregen we een nieuw blok weer goed gemonteerd. De (Lewmar) stopper was niet voorradig; onze in Engeland (Lewmar!) wonende zoon Stefan bestelde een nieuwe stopper en plaatste die later keurig op de boot. Opvallend: erg hoog arbeidsloon in Noorwegen t.o.v. Nederland… Afijn, met deze aanpassingen was/is de boot weer helemaal in orde. Zoals bekend hoort dit soort (materiaal)pech ook bij het maken van langere reizen. 

 

picture-10Bergen is een prachtige stad en schitterend gelegen aan zee. Met onze vouwfietsen konden we de stad verkennen en een kabelbaantje gaf ons een mooi uitzicht. De stadshaven is gezellig rumoerig. Er wordt aan de kade tegen de autobanden aangemeerd, en de langslopende toeristen inspecteren nieuwsgierig alle boten. Aan de kop van de haven bevindt zich de bekende vismarkt waar naast kweekzalm ook wilde zalm wordt verkocht, verder walvisvlees (…) en andere Noorse lekkernijen.picture-10 2

Overigens wordt niet alleen in Bergen maar ook elders veel gebruik gemaakt van autobanden voor aanmeren aan kades. Reuze handig, ook voor aan- en van boord gaan; wel eigen fenders binnenboord houden, want door het getij (is wisselend – in Bergen ca. één meter, elders minder) moet zo’n fender niet vast komen te zitten in de holte van een band!  We deden ook de bekende Hardangerfjord aan en meerden aan in de mooie haven van het plaatsje Rosendal. Deze fjord is veel breder dan de eerder genoemde Lysefjord en ligt aan een nationaal park, inclusief grote gletsjer.

Een door Universiteit van Oslo gerund museum gaf ons veel uitleg over de unieke ecologie van het fjord. Stoere Anneke trotseerde de bijna 1000 meter hoge bergen aan het fjord en werd getrakteerd op een fantastisch uitzicht.

 

picture-11

 

 

 

 

 

 

 

 

Elke keer weer vonden we fantastische fjorden of stukken zee met tientallen eilanden om doorheen te varen met steeds heerlijke minihaventjes, steigertjes of ankerbaaitjes. Het weer tijdens de reis was overwegend uitstekend. Maar soms ook vlogen er frontjes over – dan zagen we hoe Noorwegen er toch wel vaker uitziet. Ook dat gaf steeds fraaie beelden.

picture-12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens de reis trokken we ook enkele dagen op met zeilvrienden Derk en Toos van de TIMSHEL (Vander Stadt 34 ft, ligplaats Sint Annaland) die we ontmoetten bij klooster-Utstein. Zij kwamen een dag later aan in Egersund en we vervolgden hen via Marinetraffic en – uiteraard – met het mobieltje.

picture13

 

Later troffen we hen weer in Bergen. Ook zeer inspirerend, samen opvaren met ervaren zeezeilers die verknocht zijn aan Scandinavië. Na alle omzwervingen in Zuidelijk Noorwegen kwamen we op 9 juli aan in Sandnes, een plaats 6 mijl zuidelijk van Stavanger. Daar lieten we de boot liggen voor zoon Stefan en schoondochter Celine, beiden ervaren zeezeilers en catamaranspecialisten, die de boot twee weken later weer oppikten om hun eigen 2-weekse rondtrip te maken, met vrienden uit Noorwegen.

 

Intermezzo; Schipper Stefan en crew.

Nadat hun (Stefan en Celine) twee vrienden (Peter en Sigrid – wonend te Alesund in Noorwegen) waren opgestapt verliet het viertal op 24 juli Sandnes. Gedurende twee weken kamden ze het prachtige zeilgebied rondom Stavangerpicture-15 picture-14grondig uit en haalden op creatieve en sportieve wijze werkelijk alles uit de boot en uit de meegenomen ruime uitrusting (snorkels, verzwaarde duikpakken, sups, visserijspul, etc). Er werd veel geankerd in fraaie baaitjes. Het onlangs aangeschafte Fortress lichtgewicht hekanker met loodlijn was daarbij noodzakelijk om de boot niet uit te laten zwaaien in de nauwe kommetjes. Ook bleek Peter expert in het oprapen van Jacobsschelpen op de zanderige bodem. Naast deze lekkernij stond bij dit team vaak ook zelfgevangen vis (makreeltjes en soortgelijken) op het menu. Verder waren naast de dinghy ook de sups belangrijk om aan de oever te komen.  Gelukkig was gundog Skye (Hongaarse Vizsla) in Engeland al uitstekend getraind om zich staande te houden… Kortom, ook dit sportieve viertal beleefde met DATCHA een uitstekende, zonnige, soms luie maar vaker intensieve vakantie in Zuid Noorwegen.  Wederom werd DATCHA in Sandnes geparkeerd, ditmaal door schipper Stefan, om later door René en crew weer te worden opgepikt voor de terugtocht naar NL. 

 

 

Terugtocht: van Sandnes naar Strijensas.

picture-16

 

Op 15 augustus vloog René terug naar Stavanger, samen met crewleden Johan B., zwager Theo en neef Steven. In een snikhete streekbus landden we een uur later in Sandnes, waar we DATCHA in uitstekende staat aantroffen. Omdat ondertussen de havenmeester goed voor de boot had gezorgd kreeg deze uiteraard een uitstekend flesje wijn aangeboden voor zijn voortreffelijke diensten. De volgende dag gingen we vroeg weg, want we wisten dat er wat zwaarder weer zat aan te komen aan het eind van de week. Op de motor passeerden we Stavanger en wat later zaten we op open zee waar de zeilen werden uitgerold. De wind stond wederom uit het Noorden; daardoor hadden we een goede koers op Den Helder, maar die koers was bepaald niet comfortabel – de boot rolde en .. René werd even flink zeeziek ?. Tegen de avond knapte hij weer snel op – zoals gezegd, zeeziekte is in ieder geval één flinke aap onder de ziekten en iedereen kan het treffen (had hij maar een Scopoderm pleister achter zijn oor geplakt - die helpen echt…; maar achteraf praten is makkelijk).  Verder ging de overtocht zeer vlot. Met een gemiddelde snelheid van tegen 7 knopen bereikten we binnen 3,5 dag de jachthaven in Strijensas. Jawel, van het verre Sandnes regelrecht naar Strijensas aan het Hollandsch Diep…

De nachten waren donker – er stond geen maan. ’s Nachts zagen we (dwz degenen die toen dienst draaiden – Steven en René) mede daardoor – en door afwezigheid van wolken, uiteraard -een prachtige heldere sterrenlucht (jammer dat we daar geen mooie foto van hebben – valt ook niet mee, een scherpe foto met een lange sluitertijd, vanaf een wiebelende boot..). De Melkweg was goed zichtbaar, sommige planeten waren herkenbaar, en de vallende sterren schoten ons om de oren. Fantastisch schouwspel, wat nachtzeilen zo prachtig kan maken!  Aanrader: app downloaden om snel te weten wat je aan de hemel moet zien vanaf een bepaalde locatie. Steven was daar bedreven in.

picture-17 

Rare gewaarwording om dan – in de hele vroege ochtend - na die lange lege Noordzee ineens die enorme lichtzee van Europoort binnen te varen. Prachtige aanloop, en fantastisch, die professionele begeleiding via de continu gebruikte marifoon door ‘sector Maasmond’, waardoor je aan een stevige teugel het land weer wordt ‘ingezogen’.  (in Noorwegen hebben we nooit de marifoon gebruikt voor communicatie, en op zee slechts enkele malen om olieplatforms veilig te passeren..).

picture-18

 

Omdat we geluk hadden met de stroom waren we in no-time in Maassluis waar Johan en Steven het schip verlieten. Zij namen daar de trein naar resp. Den Bosch/Vught en Amsterdam om huiswaarts te gaan. Theo en René vervolgden hun weg en waren snel terug in Strijensas, waar een welkomstcomité hun al stond op te wachten.

 

 

 

 

Tot slot.

Noorwegen is een schitterend land in Europa. Eigenlijk raar dat zoveel mensen vanuit NL reizen maken naar verre oorden die zeker niet mooier kunnen zijn. Misschien maar goed ook – dan blijft dit land nog een beetje ongerept. Of gaat climate change het reisgedrag drastisch veranderen en gaan hordes toeristen vanwege het steeds lekkerder wordende weer in Scandinavië dit prachtige land overspoelen met alle bekende risico’s van dien? Het zou best wel eens kunnen dat de Noren dat standvastig gaan tegenhouden, net zoals ze standvastig tegenhielden dat buitenstaanders aan de loop gingen met hun olie-inkomsten… (?). Stilletjes hopen wij daarop.

Is Noorwegen een ‘zeilland’? Ja en nee. Uiteraard is de tocht ernaartoe een fikse uitdaging voor de zeezeilers onder ons. Maar op de fjorden en sunds valt het niet altijd mee om gunstige wind te hebben – in ieder geval staat die altijd parallel aan de vaarrichting, dus: pal op de kop of pal op de kont. En af en toe word je getroffen door een stevige valwind. Maar er kan beslist gezeild worden. De Noren aan de Westkust zijn, anders dan de Zweden, liefhebbers van motorboten. Misschien komt dat door die olie die ze in 1969 vonden? In ieder geval zagen we onderweg in het binnenland meer motorboten dan zeilboten.  Eén ding is zeker: de Noorse schippers en crew van de motorboten zijn alleraardigst en waarderen het zeer als een buitenlandse boot eens een kijkje neemt in hun mooie haventjes. Lekker kletsen in gebroken Engels – door hen én door ons – is het beste recept voor een uitstekende uitwisseling van ervaringen. Ofwel, we zijn meer dan welkom.

Per boot is de overtocht lang en soms wat zwaar, maar met een goede voorbereiding, met een goede bemanning, en met een goede organisatie op de boot ( ‘twee op, twee af’; thee en andere oppeppers zoals Cup-a-soup paraat voor het opkomende team) wordt zo’n tocht een prachtige ervaring. Ook ontspannend om enkele dagen geen ‘ontvangst’ te hebben met de telefoon. Zou goed zijn om tijdens een havenavond nog eens door te praten over de voorbereiding en uitvoering van zo’n langere zeetocht. We delen graag onze ervaringen.   

 


SPONSORS

insails
daveco-accu
rexwinkel
noordschans-01
logo-header-vdm
overstag-01
scs
kluswdesktop-logo
yachtingwillemstad-02